Silvio Van Look: "Op een dag bevonden we ons aan de Zandvlietsluis toen we een Russisch zeeschip, de Kapitan Onegi, zagen voorbijvaren vanuit de haven richting zee. Het slingerde heen en weer. Een probleem met het ballastwater, zo bleek later. We zetten onze zender aan, want we voelden aan dat er iets stond te gebeuren.
10 minuten later hoorden we dat de rivierloods het bevel had gegeven om het schip te verlaten. Hij zei dat hij zelf overboord zou springen. Dat heb ik in mijn hele loopbaan maar 1 keer gehoord. Het schip is dan gekapseisd op een zandbank.
Daarop sprongen we allemaal in onze meerbootjes om te hulp te snellen. We pikten Russische zeelui op die in het water rondzwommen, sommigen in hun pyjama. We brachten ze aan wal en op dat moment kwamen de Sea Kings van de basis in Koksijde al ter plaatse. Zij communiceerden waar we naartoe moesten varen en lieten ook een dokter neer. Dat was ‘Windkracht 10’, maar dan in het echt!
Ons team aan wal vorderde een luxe-autocar, die toevallig aanwezig was voor een ministerieel bezoek aan de haven. Daarin werden alle opgeviste drenkelingen naar het ziekenhuis gebracht. Snel en lekker warm.
Dat was echt een heftige voormiddag met tal van acties en reacties. Iets wat in principe niets met ons werk te maken heeft, maar om nooit te vergeten. Het lukte, gewoon omdat wij er waren, alles goed inschatten en alert reageerden. Iedereen overleefde de ramp."